"In commercie lopen wij voorop in category management, het gebruik van data en de manier waarop wij in partnerships samenwerken met klanten."

Vandemoortele heeft twee divisies: Margarine, Oliën en Frituurvet (MCOF) en Bakery Products. Ze produceren merken als Diamant, Reddy en Gouda’s Glorie, veel producten onder private label en bedienen de professionele bakery sector, foodservice en retail met voornamelijk frozen bakery producten. Deze Belgische voedingsmiddelenproducent heeft in meerdere landen een aparte organisatie om de markt te bedienen, waaronder ook in Nederland. Country Commercial Manager Alwin van den Berg en Country HR Manager Ellen Roos vertellen welke ontwikkelingen er momenteel spelen en hoe het is om daar te werken.
Waar komen jullie Belgische roots terug op het kantoor in Zeewolde?
Alwin: “Het Belgische zie je terug in het langetermijndenken. Vandemoortele is een familiebedrijf, waardoor er meer rust is dan bij een corporate, waar het vaak hectisch is en veel draait om kortetermijnplannen. Veranderingen hebben wat tijd nodig. In Zeewolde combineren wij dat Belgische met typisch Nederlandse eigenschappen. Wij zijn hands on, open, informeel en direct en steken graag onze handen uit de mouwen.”
Ellen: “Hoewel wij onder een internationale groep vallen met een hoofdkantoor in Gent, werken wij vanuit ons locatie in Zeewolde. Het Nederlandse verkoopkantoor is gevestigd bij onze fabriek wat een prettige dynamiek brengt. Binnen een aantal gestelde kaders – werken we heel autonoom en hebben we veel handelingsvrijheid.”
Welke ontwikkelingen spelen er op dit moment in de organisatie?
Ellen: “Er zijn steeds nieuwe uitdagingen. We proberen de organisatie zo in te richten dat we weerbaar en wendbaar zijn om mee te bewegen met alle mogelijke veranderingen. Digitalisering speelt daar een rol bij. De laatste twee jaar hadden we natuurlijk te maken met corona. En nu zorgt het dreigende tekort aan zonnebloemolie en granen door de oorlog in Oekraïne voor nieuwe omstandigheden.”
Alwin: “De organisatie professionaliseert en ontwikkelt zich constant, ook onafhankelijk van gebeurtenissen uit de buitenwereld die zich niet laten voorspellen. Intern bouwen we altijd door. Onlangs hebben we de marketingafdeling opnieuw ingedeeld, zodat onze organisatie gespiegeld is aan die van het hoofdkantoor in Gent. Hiermee kunnen we beter marktgericht opereren. Met het vernieuwen van het marketingteam in team 2.0 breekt weer een volgende fase aan en willen we naar een nog hoger niveau.”
Hoeveel impact heeft de oorlog in Oekraïne?
Alwin: “De graan- en oliecrisis vergt flexibiliteit. We verwachten per juli geen zonnebloemolie meer binnen te krijgen. Dat betekent dat we recepturen moeten aanpassen, ons assortiment tijdelijk deels moeten saneren en dat we boze klanten krijgen. Ook hebben we campagnes moeten aanpassen en promoties laten vervallen. Het lastige is dat de situatie elke dag weer anders kan zijn. Misschien is er morgen al geen olie meer. We houden rekening met alle denkbare scenario’s. Belangrijkste voor ons is business continuiteit voor ons en onze klanten.”
Wat beslissen jullie zelf en wat komt vanuit het hoofdkantoor?
Ellen: “De meeste zaken bepalen we autonoom, maar er zijn ook zaken die op hoofdkantoorniveau besloten worden. Dat zijn vaak de echt strategische zaken, zoals het doorberekenen van uitzonderlijke prijsstijgingen, of nu bijvoorbeeld de aanpak door de tekorten aan oliën. Dan geeft de groep richting voor de internationale aanpak.”
Is er ook Nederlandse inbreng die internationaal wordt overgenomen?
Alwin: “In commercie lopen wij voorop in category management, het gebruik van data en de manier waarop wij in partnerships samenwerken met klanten. Die best practices delen wij met het hoofdkantoor, waardoor we ook echt iets toe te voegen hebben. Wij zijn – als het een doel dient -redelijk experimenteel ingesteld en waren ook de eersten die aan de slag gingen met neuro research. Dat is leuk, want met eigen inbreng ben je in internationale meetings niet vooral aan het luisteren.”
Vandemoortele is actief in veel verschillende categorieën, van bakery products tot oliën en vetten, en in meerdere kanalen. Is die brede scope niet lastig?
Alwin: “We zijn inderdaad een hybride en complexe organisatie met twee divisies. De Bakery Products divisie heeft wel 400 SKU’s in 5 categorieën, die in 27 fabrieken gemaakt worden. Dit is een andere wereld dan die van Margarines, Culinary Oils and Fats (MCOF). Dat is een ‘lean and mean’ organisatie met 4 fabrieken en ongeveer 100 SKU’s. Die werelden hebben allebei hun charme en komen bij elkaar omdat deels ze in dezelfde kanalen verkocht worden. Vandemoortele was van origine gespecialiseerd in oliën en vetten. Gaandeweg kwam daar brood bij, omdat dat een van de producten is die je ervan kunt maken. Dus dat is zo gegroeid.”
Waarin verschillen de twee divisies?
Alwin: “Bij de Bakery Products reiken de kansen tot in de hemel. De markt voor margarines en oliën daalt juist al tien jaar. Daar kijken we vooral naar hoe we het doen ten opzichte van de hele markt. Dus als de markt 5% krimpt en wij met 3%, dan hebben we het toch goed gedaan. Dat verschil in kansen vergt een andere manier van werken. Daarbij komen nog de verschillen per kanaal. In retail is de business tender gedreven, terwijl we in foodservice en in het bakery-kanaal meer branded werken.”
Dus eigenlijk zijn er twee Vandemoortele’s…
Alwin: “Er zijn op het hoofdkantoor inderdaad aparte divisies, maar tegelijkertijd hebben de twee takken toch veel met elkaar gemeen. Ze zijn ondergebracht in één organisatie. En in de landenorganisaties, zoals de onze, zijn de divisies meer geïntegreerd en werken we deels met specialisten voor een van de takken.”
Hoe omschrijven jullie de cultuur en sfeer?
Ellen: “Een van onze Key Account Manager zei laatst: ‘de categorie margarines en oliën is misschien niet heel sexy, maar die is eigenlijk ondergeschikt door de mensen en de manier van werken’. Dus het zijn de mensen en de ruimte die je hier hebt om initiatief te nemen die het werken leuk maken. De medewerkers zijn betrokken en geïnteresseerd en de sfeer is vaak gezellig. De verschillende afdelingen zijn niet altijd een eenheid, maar dat komt doordat ze dagdagelijks vaak ook niet direct samenwerken. Wat me verder opvalt is dat mensen echt trots zijn om bij Vandemoortele te werken. Dat heeft te maken met onze professionalisering en langetermijnvisie. In coronatijd hebben wij bijvoorbeeld wijzigingen aangebracht in de bonusstructuur. Niet om geen bonus uit te delen, maar juist om – ondanks de tegenvallers – toch een extraatje uit te keren. Ook stimuleren we initiatieven, voor uitjes, borrels, meetings, samen lunchen of een stukje wandelen.”
Alwin: “In Nederland is de cultuur verder direct en informeel. Er is weinig hiërarchie. Bij ons geldt de regel: afspraak is afspraak.”
Wat voor type medewerker past bij de Vandemoortele?
Alwin: “Humor is belangrijk. Wij zoeken energieke mensen die zelfstartend en communicatief zijn en die graag willen samenwerken. Het is verder heel belangrijk dat je niet bang bent om vragen te stellen en dingen uit te zoeken. Omdat de organisatie best complex is, loop je anders de kans om vast te lopen. Je moet ook niet bang zijn om veel zelf te doen. Ik ben geen micromanager en geef je een bandbreedte zodat je je werk daarbinnen naar eigen inzicht kunt doen. Bij grote beslissingen wil ik wel graag meedenken. Ik verwacht verder dat je doet wat is afgesproken.”
Waarom moeten kandidaten kiezen voor een baan bij jullie?
Ellen: “Je krijgt hier veel vrijheid en ruimte in je rol en kunt je eigen plannen maken. Je kunt hier beter te veel ideeën hebben dan te weinig en heel belangrijk: je kunt elkaar opzoeken om elkaar te helpen en van elkaar te leren. Het is belangrijk dat je zelfstartend en hands on bent.”
Alwin: “De ene dag neem je een plan vanuit het hoofdkantoor over, de volgende dag denk je mee over een strategisch meerjarenplan voor de categorie patisserie. Wij zijn ‘lean en mean’. In commercie bij ons ben je bezig met alles wat met dit vakgebied te maken heeft, van een schap dat rechtgetrokken moet worden, tot een groot project bij Albert Heijn/Delhaize. Je moet bereid zijn nieuwe dingen te doen en eigen ideeën in te brengen.”
Hoe maken jullie nieuwe medewerkers wegwijs in de organisatie?
Ellen: “Door veel mee te lopen en zelf te zien hoe het werkt. Iedereen is daarbij heel behulpzaam. En natuurlijk is er een inwerkprogramma en kun je via onze eigen academy trainingen en opleidingen volgen.”
Alwin: “In MCOF heb je 3 tot 6 maanden nodig om de business te leren kennen. Een pakje margarine lijkt een simpel product, maar er komt veel kijken bij het maken van producten in deze categorieën, die sterk grondstof georiënteerd zijn. Voor de bakery products duurt de inwerkperiode zelfs wel 9 maanden.”
Alwin, jij werkt al lang bij dit bedrijf. Wat is er in die tijd veranderd?
Alwin: “Als Country Commercial Manager kon ik vanaf het begin gaan bouwen en de organisatie professionaliseren. Dat is best aardig gelukt. Ik heb trade marketing in de organisatie geïntegreerd, de marketing geprofessionaliseerd en de manier van samenwerken met de handel aangepast. Nu is er een vijfjarenplan voor foodservice en op trade marketing is weer een volgende slag te maken. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te doen en initiatieven te ontplooien.”
Wat is nou echt typerend voor de organisatie?
Alwin: “Wij houden ervan om dingen zelf te doen. Dus als er iets geschilderd moet worden, dan gaan we rustig zelf op die ladder staan. En met Pasen sta ik met een paashaas-muts op eieren uit te delen. Dat is ook goed voor de teamspirit.”
Ellen: “Wij doen het echt met elkaar en houden van transparantie in onze communicatie. En we steken inderdaad graag zelf onze handen uit de mouwen. Wij hebben bijvoorbeeld geen receptionist, dus als je pakketjes wil versturen, dan doe je dat gewoon zelf. Of we maken samen een lunch voor het hele team.”
Wat moeten kandidaten verder nog weten?
Alwin: “Het is vanwege de ligging van onze locatie handig als je een auto hebt.”
Ellen: “Bij ons is alles goed geregeld als je denkt aan telefoon, leasecontracten, pensioen en dergelijke. Wij praten graag vaak over je ambities en ontwikkeling, dus er wordt verwacht dat je daarvoor openstaat. Je kunt 2 dagen per week thuiswerken en er is geen cultuur van structureel overwerken.
Alwin: “Natuurlijk zijn er soms pieken waar om extra inzet gevraagd wordt, dan moet je flexibel zijn. Maar dat is niet de norm.”
Ellen: “En verder hebben wij elke donderdag een ‘snackdag’ en krijg je korting op onze producten. Het is een plek die je gewoon het beste zelf kunt komen ervaren.”
