"Als het op het klimaat aankomt, kunnen we niet wachten."

Je bent algemeen directeur van Climate Neutral Group. Wat doen jullie?
Wij stimuleren klimaatneutraal ondernemen en produceren. Een ambitie die ook steeds meer leeft in ondernemend Nederland en dat is ook al vijftien jaar onze focus, klimaatneutraliteit realiseren is onze kernactiviteit. De effecten op het klimaat in kaart brengen: hoeveel CO2 stoot je als bedrijf uit, dus je ecologische voetafdruk. Voor producten is dat een ‘life cycle analysis’: hoe ziet de keten eruit, waar zit de meeste uitstoot in die keten en wat kun je daaraan doen? Die analyse is het vertrekpunt. Vervolgens stellen we een programma op om de hoeveelheid CO2 te reduceren. In de ideale situatie brengen we die uitstoot zelfs helemaal naar nul, maar in de praktijk blijft er vaak nog uitstoot over, uitstoot die je nu nog niet zelf kunt reduceren. Daarvoor investeer je per ton CO2 een bedrag in een duurzaam energieproject – bijvoorbeeld windmolens – waarmee je je resterende uitstoot ergens anders reduceert – of ‘compenseert’, zoals de meesten zeggen.
Je werkte bij Nutricia en Unilever en was mede-oprichter van Fred & Ed. Waarom verliet je de foodbranche?
Op een gletsjer in Patagonië werd ik geconfronteerd met onze invloed op het klimaat. Die gletsjer smolt in een rap tempo, terwijl het zo’n mooi natuurverschijnsel is en die gletsjer is belangrijk voor de klimaatbeheersing. Die raken we kwijt. Ik ging me afvragen hoe ik met mijn ervaringen een bredere, maatschappelijke impact kon maken. Inmiddels werk ik nu al meer dan tien jaar bij Climate Neutral Group en intussen hebben veel verschillende organisaties, diensten en producten stappen naar een klimaatneutrale situatie gezet. Ook bedrijven in de levensmiddelensector. Als er één duurzaamheidsvraagstuk in die sector speelt, dan is het wel het klimaat.
Merk je dat de levensmiddelensector klimaatneutraal wil opereren?
Er is de laatste tien jaar bij bedrijven veel veranderd. Het probleem is lange tijd vooruitgeschoven. Veel organisaties denken: klimaatneutraal worden kan niet. Maar het tegendeel is waar. Het is vaak ook minder complex dan mensen doorgaans denken. Je moet gewoon beginnen, dan krijg je al meer inzicht in je keten. In de levensmiddelensector werkt het het beste als retailers en leveranciers samenwerken. En er zijn genoeg oplossingen. Kijk ook eens naar andere branches. Kleding- en schoenenmerk Quick heeft bijvoorbeeld een sneaker gemaakt die geen voetafdruk heeft. Alle gebruikte materialen zijn gerecycled. Je kunt zo’n schoen laten maken van je eigen spijkerbroek. Die sneaker is niet alleen hip, maar ook een verkoopsucces. En als hij kapotgaat, kun je hem inleveren. Dan wordt van de schoen het materiaal zoveel mogelijk hergebruikt.
Wie is volgens jou verantwoordelijk voor een duurzaam product op het schap?
De leverancier staat aan de basis, maar kan niet zonder de steun van de retailer. Leveranciers bieden goede innovaties aan die minder klimaatschade berokkenen, maar die halen het niet als de retailer het klimaataspect als onderscheidend argument niet genoeg binnen de categorie meeweegt en er geen ruimte op het schap voor maakt. Ik mis soms de durf van food retailers om echt duurzame keuzes te maken. Supermarkten zijn weliswaar slechts een schakel in de keten, maar wel een belangrijke: maar vijf of zes mensen in Nederland bepalen binnen een categorie het aanbod. Zij hebben dus een enorme invloed op wat Nederlandse consumenten dagelijks kopen. Maar ook de overheid speelt hier een grote rol in. Als je ziet hoe moeilijk het voor consumenten is om alle informatie over zout, suiker, vet en gezonde voeding goed te verwerken, dan kun je niet verwachten dat zij zomaar goed thuis zijn in complexe milieukwesties. Dan mag de overheid consumenten best meer voorlichting geven: welke keuzes zijn beter voor de planeet en voor ons? En wat mij betreft mag die overheid ook best meer met wetgeving sturen, waardoor retailers en producenten wel móeten veranderen. Gelukkig is er een groeiende groep consumenten die bewuster koopt, en meer leveranciers en retailers gaan in die beweging mee.
Klimaatneutrale producten…Noem er eens een.
Wij zijn met retailers bezig om klimaatneutrale koffie en thee in het schap te krijgen. Dat is Superunie al gelukt, met koffie en thee van het huismerk G’woon. Superunie ervaart dat koffie en thee, afkomstig uit gebieden nabij de evenaar, al last hebben van klimaatverandering. De mensen van Superunie wilden graag een klimaatneutraal product op de markt brengen. Voor producten zit de grootste klimaatbelasting vaak in verpakkingen. Bij koffie komt dat door de pads en cups en daar is een reductie zeker haalbaar. Denk aan biologisch afbreekbaar materiaal. Ook op de plantages is de uitstoot gereduceerd. De theeplantage waar Superunie inkoopt, is zelfs klimaatpositief. Dat bewijst dat je als retailer wel degelijk een stap kunt maken.
Waarom lukt het Superunie wel en andere niet?
Nou, Superunie is niet de enige. Naast een duidelijke visie van de directie, speelt bij Superunie ook de stem van de leden, en daar zitten een paar koplopers bij. Tel daar een bevlogen mvo-manager bij op en het onderwerp klimaat kan dan meer een vlucht nemen. Door hierbij voor het huismerk G’woon te kiezen kan de retailer tegenover de producent ook meer bepalen.
Hoe komt het dat andere ketens – of de bestuurders van die ketens – niet willen?
Ze denken dat de consument en de markt er niet klaar voor zijn. Maar het tegendeel is waar: consumenten willen juist weten hoe producten gemaakt zijn en waar ze vandaan komen. Die trend is niet meer te stoppen. Natuurlijk moet het product ook goed zijn. Ik geloof heilig in de combinatie van een goed product en een eerlijk verhaal. Daarnaast: beleggers willen per jaar een goed rendement, zelfs per dag. Ceo’s worden op een termijn van vier jaar afgerekend. Dat zijn allemaal onderdelen van een ondernemingscultuur die een rem vormen op milieu-initiatieven. Maar als het op het klimaat aankomt, kunnen we niet wachten. Ik hoop dat mensen als Frits van Eerd en Wouter Kolk mij morgen bellen voor een afspraak. Of nee, het hoeft niet de hoogste persoon te zijn of de grootste keten, ik ben blij met iedereen die mij hierover belt.
En bij welke retailers zie je dan nog meer klimaatneutrale producten?
Naast Superunie zijn Jumbo, Aldi en Lidl met klimaatneutrale producten bezig. Maar dat is minder bekend. Lidl werkt voor al haar kippenvlees en eieren samen met duurzame kippenfarm Kipster. Het kan dus wel. Een mooi bewijs van een nieuwe manier van werken.
Je noemt Albert Heijn niet, valt me op.
Ik kan me niet herinneren dat Albert Heijn een keer bekend heeft gemaakt dat een AH-artikel klimaatneutraal is. En ik ga ervan uit dat AH dat anders wel wereldkundig had gemaakt. Ik zou ook daar graag eens met AH over in gesprek gaan.
Hoe belangrijk is het voor bedrijven om over hun duurzame stappen te communiceren?
Héél belangrijk. Bij voorkeur op de verpakking. Dit helpt consumenten een duurzame keuze te maken. Zeker bij alledaagse producten in de supermarkt. Maar bedrijven moeten helder en transparant zijn over wat ze communiceren. De media spelen daar wel een discutabele rol in, vind ik, omdat zij bedrijven die duurzaamheid nastreven, vaak hard aanpakken. Natuurlijk moeten de media kritisch zijn, maar organisaties moeten ook een kans krijgen en niet direct afgestraft worden als ze kleine stapjes zetten. Als het verhaal klopt en er ligt een goede reductiestrategie voor de komende jaren, moeten we niet meteen gaan mopperen dat het te weinig is. Steeds meer bedrijven zien die noodzaak van duurzamere producten in. Ze moeten ook wel. Als je Starbucks of Nestlé bent, móet je wel actie ondernemen. Om te voorkomen dat de koffie- en cacao-oogsten zo achteruitgaan dat ze straks te weinig grondstoffen hebben.
Is een duurzaam product altijd duurder?
Dat hoeft helemáál niet. Wij merken in de praktijk dat als je er echt induikt en de hele keten analyseert, er ook zaken zijn waar je op kunt besparen. Efficiënter produceren, slimmer verpakken en distribueren: kan allemaal. Soms leidt het tot een nieuwe propositie en een beter product, waarmee je als bedrijf iets terugdoet.
Jullie hebben als spin-off ook een eigen merk: ‘Echt’, een merk houtskool.
Ja. Vrijwel niemand weet dat houtskool veelal uit Zuid- Amerika en Afrika komt en van illegaal gekapte bomen wordt gemaakt. Houtskool is een onduurzaam product: ontbossing, fijnstofuitstoot en vaak kinderarbeid. Om van hout houtskool te maken, wordt dat hout in de open lucht verbrand, en ook nog met benzine en verfresten. Dat levert ook nog eens een inferieur product op. Wij maken houtskool van Europees FSCgecertificeerd hout, dat niet verbrand, maar verhit wordt. Het gas dat daarbij vrijkomt, vangen we af en dat gebruiken we om huishoudens van energie te voorzien. Op dit moment liggen er plannen om een eigen fabriek te bouwen. Gek genoeg hebben de benzinestations, horeca, slagerijketens en tuincentra ons al ontdekt, maar de supermarkten nog niet. Terwijl ons product hoogwaardig en veel duurzamer is dan alternatieven. Én een hogere absolute marge heeft. De consument weet ons in de circa 1.200 verkooppunten waar we liggen, steeds beter te vinden. Maar de consument mist ons nog wel in de supermarkt.
Hoe ziet jouw droomwereld er over tien jaar uit?
Nou, voor complexe problemen bestaan geen makkelijke oplossingen en dan is tien jaar te kort. Maar goed, mijn droom: ten eerste geen fossiele energie meer, ten tweede de transitie van dierlijk naar plantaardig eten en ten derde een versnelling van klimaatmaatregelen in de levensmiddelensector, door middel van meer producten met minder klimaatimpact op het schap.

