local_offer Interview

Interview met Raymond Noordermeer

Algemeen Directeur De Graafstroom
september 2019

Josceline Bogaers is columniste van FoodPersonality en interviewt managers uit de FMCG over hun visie op leiderschap, hun dromen en hun ergernissen. Dit keer: Raymond Noordermeer, Algemeen Directeur bij De Graafstroom.

"Ik vraag me altijd af of we koers houden in de gekozen richting."

Jij werkte eerder vaak voor merkartikelfabrikanten, De Graafstroom levert ook private label. Is er veel verschil tussen de private label- en merkenbusiness?
Ja en nee. Het leuke van private label in vers is dat het een relevante categorie is die veel voor de retailer betekent. Daardoor zit je veel meer als partner naast elkaar en is de samenwerking opener. Dat vind ik prettig. Vanuit mijn geschiedenis met foodingrediënten ben ik ook gewend om elkaars businesspartner te zijn. Daar kijk je echt samen naar wat jouw product kan bijdragen aan het product van een ander.

Wat is lastig aan private label?
Als privatelabelaar dien je flexibel te zijn, tegen zo laag mogelijke kosten te produceren en een goede kwaliteit te leveren. Maar dat kan prima samengaan. Natuurlijk is dat soms ingewikkeld. Ik zie qua bedrijfsvoering parallellen met de Formule 1. Alles draait in beide gevallen om innovatie, teamwork, snelheid en tegelijkertijd degelijkheid en betrouwbaarheid.

Geldt dat voor alle privatelabelpartijen of is dat specifiek voor De Graafstroom?
Voor alle, maar omdat wij als middelgroot bedrijf de productie en commercie onder één dak hebben, zit de diversiteit bij ons al aan de managementtafel. Bij grote bedrijven zie je soms dat dit twee aparte organisaties zijn. Bij De Graafstroom is elke afdeling afzonderlijk verantwoordelijk, maar kijkt iedereen ook mee naar de invloed die bepaalde ontwikkelingen of besluiten op een ander bedrijfsonderdeel hebben.

Kun je veel ondernemen bij De Graafstroom?
Ja, dat zit deels in de aard van het bedrijf ingebakken. Het is een coöperatie met betrokken veehouders, die allemaal ondernemer zijn en als aandeelhouder een gelijke stem hebben. Dat maakt de organisatie wendbaar. De besluitvorming kan daardoor best snel gaan. Als management leggen wij aan de voorkant veel uit over wat we willen en waarom. Daarna volgt een discussie met de aandeelhouders, waarna de gelede- ren zich sluiten en we het gaan doen. Dat werkt veel directer dan bij een ‘corporate’.

Jij hebt ook bij ‘corporates’ gewerkt. Mis je daar iets van?
Als je bij een corporate een dilemma hebt, vlieg je een team aan specialisten in om een oplossing te bedenken. Bij De Graafstroom zoekt het eigen team naar die oplossing. Dan kun je wel eens naar huis rijden met de vraag: hoe gaan we dit voor elkaar krijgen? Dat is niet per se lastiger, alleen ingewikkelder. We hebben bijvoorbeeld een bedrijfsonderdeel verkocht en dat is dan een proces waar je een paar maanden mee bezig bent. Dan ga je samen kijken hoe je dat het beste aanpakt. Bij een corporate zet je daar gewoon de juiste afdeling op die alles regelt.

Is kaas het nieuwe roken?
Nee. Wat een vergelijking. Nee, zeker niet. Zuivel bevat vele goede en noodzakelijke voedingsstoffen. Natuurlijk is er verschil tussen een product voor dagelijks gebruik en voor een moment van genieten. Daarbij zie ik eerder nog een opleving van genieten. Consumenten laten in verschillende situaties verschillend gedrag zien. Voor elke gebruikssituatie is er een relevant aanbod, van volvette kazen om van te genieten tot zout- en vetarmere kazen. Ik denk dat mensen vooral willen weten waar een product vandaan komt, hoe het gemaakt is en of het eerlijk geproduceerd is. Ons bedrijf zit in de achtertuin van veel consumenten, dus is het belangrijk te laten zien wat je doet.

Doet De Graafstroom aan duurzaamheid en zo ja, wat?
Er lopen meerdere initiatieven. Een voorbeeld is de open samenwerking ‘Groene Cirkels’: samen met de provincie Zuid- Holland, Rabobank, Waterschap Rivierenland en Wageningen University & Research maken we werk van het voorkomen van bodemdaling en van het vergroten van biodiversiteit, om zo in het Groene Hart tot een toekomstig bestendige melkveehouderij te komen. Ons bedrijf bevindt zich in de achtertuin van miljoenen consumenten. Als wij als regionale speler kunnen laten zien dat we, op dit unieke Hollandse landschap en veen- weidegebied met zijn koeien in de wei, op een duurzame en eerlijke manier een mooi product maken, dan hebben we denk ik een goed verhaal.

Hoe ontstaat zo’n idee?
Door te luisteren en te praten. Als je bedenkt dat boeren eigendom zijn van een schaars goed – grond – en daar toch slechts een modaal inkomen uit kunnen halen, dan is dat best vreemd. Als je samen naar nieuwe mogelijkheden zoekt, ontstaan innovatieve ideeën. Daar kan iets heel moois uit komen.

Wat kunnen fabrikanten leren van retailers, en omgekeerd?
Retailers zitten dicht op de consument en kunnen veel meer invloed hebben dan individuele fabrikanten. Daarom moet je als fabrikant luisteren naar de retailer en partnerschap zoeken. Fabrikanten kunnen goed de behoeften van de consument traceren. Daarin kan de retailer samen optrekken met de fabrikant door het juiste product aan te bieden. De kunst is om elkaars mogelijkheden, wensen en zorgen te kennen.

Tegen welke problemen loop jij intern aan?
Wij ondernemen veel, maar ik vraag me altijd af of het voldoende is en of we koers houden in de gekozen richting. Is wat we vandaag realiseren, goed genoeg voor morgen?

Wanneer ben jij het meest in je element?
Ik vind het mooi om complexe uitdagingen te versimpelen. Om mensen de energie te geven om die uitdagingen op te pakken en het team daarin vervolgens te faciliteren. Meestal hebben organisaties voldoende kennis en kunde in huis. Het gaat er dan vooral om deze kennis en kunde te kanaliseren in de richting van de juiste keuzes en het gewoon te gaan doen.

Waar ben je minder goed in?
Na een veranderingsproces moet je weer verder. Soms merkik dat ik bij de implementatie al een paar stappen verder ben dan de mensen in de operatie. Dan is het de kunst om iedereen betrokken te houden en mee te krijgen. Dat zie ik als een positieve uitdaging. Verder vind ik het soms lastig om dingen niet te doen. Je moet immers keuzes maken en kunt niet alles tegelijk aanpakken.

Maak jij je snel zorgen?
Ik ben van nature vrij relaxt. Ik heb wel een groot verantwoordelijkheidsgevoel en zie altijd snel uitdagingen. Bij mij is er altijd een mix van rust en onrust, het moet altijd bewegen, zodat iets zich aan het ontwikkelen is. Ik heb ook letterlijk beweging nodig. Ik doe aan hardlopen, fitness en tennis. Ik heb lang competitieve sporten gedaan, maar dat doe ik nu niet meer. Inmiddels kan ik gewoon mijn schoenen pakken en gaan lopen zonder dat ik daar allerlei gadgets bij gebruik.

Waar haal jij inspiratie uit?
Mijn grootste inspiratiebron zijn de mensen met wie ik werk, en mijn gezin. Dat zijn ook de belangrijkste mensen met wie ik reflecteer over werkzaken. Mijn vrouw kan mij daarbij soms een grote spiegel voorhouden.

Wat heeft jou het meest verrast bij De Graafstroom?
De Graafstroom is een bescheiden, nuchtere organisatie. Er is een sterke ‘we doen het’-mentaliteit en veel loyaliteit. Tegelijkertijd is het een professioneel bedrijf dat mooie producten maakt. Dat mogen we nog meer uitdragen. Sinds we aan wedstrijden meedoen, hebben we al veel gouden medailles gewonnen. Onze vet- en zoutarme 35+-kaas is in een blinde test niet te onderscheiden van een volle Goudse kaas. Daar mogen we trotser op zijn.

De organisatie heeft een ‘volwassen’ bezetting. Heeft dat voordelen?
Dat denk ik wel. Wij zorgen bewust voor een goede ‘gezins- samenstelling’, een mix tussen jongere en oudere medewerkers, tussen mannen en vrouwen. Onze mensen hebben een sterke loyaliteit en arbeidsethos. Wij proberen hen te blijven inspireren om hen te binden. Je ziet nu met de krappe arbeidsmarkt dat het wel lastiger wordt om technische functies in te vullen, maar dat is landelijk overal zo.

Staat jouw deur altijd open?
Ik heb een glazen deur, dus die is zelfs letterlijk altijd open. Alles bij ons is open en transparant.

Had jouw carrière ook een andere kant op kunnen gaan?
Ik heb altijd in de foodsector gezeten, dus dat zal geen toeval zijn. Dat ik in de foodsector ben gebleven, komt doordat ik die wereld snap, terwijl bijvoorbeeld ict voor mij iets abstracts is. En als je eenmaal ervaring in food hebt, werkt dat ook als een vermenigvuldiger. Ik heb nooit gedacht dat ik iets anders wilde gaan doen.

Heb jij nog specifieke carrière-ambities?
Ik hou van een diversiteit aan werkzaamheden, in combinatie met een enthousiast team collega’s. Een nationale en internationale omgeving spreekt me daarbij ook aan. Verder is de balans tussen werk en gezin belangrijk. Mijn vrouw en ik houden erg van reizen, samen met de kinderen. Als ik dat allemaal in harmonie kan blijven doen, zou ik dat fijn vinden.

2023 Copyright - People Select