Josceline Bogaers is columniste van FoodPersonality en interviewt managers uit de FMCG over hun visie op leiderschap, hun dromen en hun ergernissen. Dit keer: Gijs Kakebeeke, Managing Director bij Theha.
"Ik was vergeten hoeveel een kleine club van je vergt."

Hoe ben jij als algemeen directeur bij Theha terechtgekomen, de producent van kokosbrood? Je hebt verder een atypische carrière…
Ik heb inderdaad verschillende banen gehad, van sales tot marketing, en van de chocolade bij Ickx, bloemen, koekjes in Zwitserland tot Unilever. Overal heb ik veel geleerd en al die banen samen hebben me gebracht tot waar ik nu ben. Twintig jaar geleden wilde ik al ondernemer worden, hoewel ik geen concreet beeld had van wat dat was. Ik had een beeld dat je als ondernemer alle vrijheid hebt en dat je in loondienst allerlei beperkingen hebt, maar dat ligt natuurlijk veel genuanceerder. Ik wilde eigenlijk vooral aan iets bouwen. Dat is nog steeds zo en dat is precies wat ik nu doe. De eigenaar zocht een constructie om het bedrijf naar een nieuw niveau tillen. Het is nu mijn uitdaging om de organisatie daar te brengen: het team, de klanten, en de processen. Voor mij was kokosbrood nieuw en er waren niet veel cijfers bekend. Er was in het verleden ook relatief weinig contact met de retailers geweest. Daardoor was het lastiger te formuleren wat het potentieel is. Hoe kan ik kokosbrood laten groeien, welke innovaties werken, hoe voegen we waarde toe? Ik heb veel gesprekken gehad met investeerder Berk Partners, oud-eigenaar Bram Theunisse en de tweede man René Jansen, om te zien of er een match was. Het is een klein bedrijf en dan is de invloed van de ondernemer op het uiteindelijke succes of falen groot. Zij vonden het belangrijk dat ik een brede ervaring had en dat ik de markt voor kokosbrood echt wilde begrijpen. Het zijn betrouwbare partners met wie ik goed kan sparren, net als de oud-eigenaar, die ook nog steeds op de achtergrond zijdelings betrokken is. We zijn als team complementair en werken constructief aan hetzelfde doel.
Waarom kokosbrood?
Kokosbrood is een bijzonder product, het staat niet echt op de radar van de category managers en de consument, maar het heeft een hoge rotatie en biedt een vaste waarde in het schap. Het is bovendien een plantaardig, glutenvrij, vezelrijk en natuurlijk product, dat goed past bij de huidige trends. Bijna iedereen kan het eten: van kinderen tot senioren. Tot nu toe is kokosbrood alleen in Nederland en België bekend, het groeipotentieel ligt misschien wel in het buitenland. We zijn al bezig met de Franse en Turkse markt.
Lukt het jou als kleinere leverancier om bij retailers voldoende aandacht te krijgen?
Ik vind dat zij meer aandacht zouden kunnen hebben voor kleine fabrikanten die producten maken met een mooie boodschap, zoals wij. Die vallen voor mij onder het cultureel Nederlands erfgoed. Dat mag een groter podium krijgen:meer ruimte voor kleinere bedrijven, die vaak producten van dichtbij maken en relatief innovatief zijn, omdat ze dankzij hun eigen productiemogelijkheden heel flexibel zijn. Toch kunnen ze niet altijd innoveren, omdat ze bang zijn hun positie in het schap te verliezen. Wij hebben ook maar een paar producten en als je dan schapruimte verliest, is dat meteen erg ingrijpend. Ik moet wel zeggen dat de gesprekken met de retailers het afgelopen jaar zeer constructief verlopen zijn en dat het probleem wel erkend en herkend wordt. Albert Heijn noemde ons niet voor niets een ‘sleeping giant’.
Jij noemt de organisatie kwetsbaar, terwijl Albert Heijn jullie een ‘sleeping giant’ noemt. Vanwaar dat verschil in perceptie?
Dat soort opmerkingen nuanceer ik altijd. Leuk dat een retailer ons een ‘sleeping giant’ noemt, maar we blijven met één soort product nog steeds kwetsbaar. Als ons product bij een consumentenorganisatie onverhoopt op ‘rood’ zou worden gezet, weet je niet wat de consument gaat doen. Natuurlijk laat ik me door onze kwetsbaarheid niet verlammen, maar ik houd het wel in mijn achterhoofd en blijf denken aan onze hoge rotatie-cijfers en trouwe fans.
Is kokosbrood gezond?
Het is en blijft zoet broodbeleg, waarbij het in de eerste plaats uiteraard vooral om ‘lekker’ en om ‘genieten’ draait. Dus gezond zou ik het niet direct willen noemen. Maar door de recente introducties zonder toegevoegde suikers hebben we op dit gebied wel een grote slag kunnen maken. Deze varianten bevatten nog geen 15% van het oorspronkelijke suikergehalte, waardoor we binnen de categorie zoet broodbeleg inmiddels wel met zekerheid een van de meest verantwoorde keuzes bieden. Daarbij is het antwoord op jouw vraag soms ook complexer dan het lijkt. Zo wordt kokos vanwege het hoge gehalte aan verzadigde vetten door bijvoorbeeld het Voedingscentrum op dit moment niet zo positief ingeschaald, terwijl er aan de andere kant juist verschillende onderzoeken zijn die beweren dat de vetten in plantaardige kokos, die voornamelijk uit laurinezuur bestaan, juist positieve effecten hebben.
Hoe ziet jullie horizon eruit?
Het plan voor de komende vijf tot zes jaar is duidelijk en we zitten op de juiste route. Nu is de tijd van de executie begonnen en beginnen we resultaten te zien. Dat is leuk en motiverend. We richten ons echt op waardecreatie in onze categorie en op verder innoveren. Ook daarbij blijven we goed nadenken. Een nieuwe verpakking hoeft niet altijd beter te zijn. We leren wat dat betreft steeds meer. De scheidslijn tussen succes en falen is dun, dat heb ik door de jaren heen wel geleerd.
Hoe is jouw leiderschapsstijl?
Ik hoop dat ik open en transparant ben. Ik ben in elk geval slecht in liegen. Ik zie mijn taak heel breed en wil mensen bewust maken van de invloed en de kracht die ze hebben. Ik moet snel schakelen en communiceer met productie soms anders dan met het kantoor. Er wordt erg naar mij gekeken en ik probeer juist meer zelfstandigheid in de organisatie te leggen. Ik vraag vaak: wat zou jij doen? Maar soms ben ik heel directief en moet ik boos worden als iets niet goed gaat. Het liefst zou ik me overal mee bemoeien, zeker met de onderwerpen die met marketing te maken hebben. Maar ik leer nu om meer afstand te nemen en mensen op kantoor meer hun ding te laten doen. De ene persoon moet je juist vrijheid geven, de andere juist meer sturing. Dat kan lastig zijn.
Door wie laat jij je inspireren?
Ik heb een expertpanel om me heen verzameld met mensen uit mijn directe omgeving, die iets met kaas, vlees en zoetwaren doen, of oud-collega’s van onder andere Unilever. Ik leg aan hen ideeën of concepten voor, om hun mening te peilen. Daar haal ik veel uit. Ik vind het ook knap om te zien hoe zij beslissingen over grote investeringen maken. Ik wil weten hoe ze dat aanpakken en hoe ze dat aandurven. Soms overtuigen ze me ook om een beslissing te nemen. Dan komen ze met nieuwe argumenten waardoor ik er meer vertrouwen in krijg dat het goed komt. Ik ben constant aan het checken en dubbelchecken of het klopt wat ik aan het doen ben. En mijn vrouw, die ook uit de foodsector komt, helpt me met nadenken over keuzes en met het formuleren van lastige zaken.
Zoek jij erg naar veiligheid?
Ik wil het goed doen en ben verantwoordelijk voor de enige kokosbroodproducent in Nederland, met daarbij ook de mensen die daarvan afhankelijk zijn. Daarom overleg ik ook graag met anderen. Veel vragen stellen kan geen kwaad en mensen zijn meestal bereid te helpen. Je moet niet denken dat je het zelf beter weet. Twijfel zie ik als een goede eigenschap, hoewel je uiteindelijk natuurlijk wel de knoop moet doorhakken en een keuze moet maken.
Wat valt je tegen aan het ondernemen?
Het is moeilijk om een goede balans tussen werk en privé te vinden als je zo hard werkt. Ik begin om 7 uur en werk tot 7 uur door. Geestelijk ben ik voortdurend met het bedrijf bezig. Hoewel ik eerder bij kleinere bedrijven heb gezeten, was ik even vergeten hoeveel een kleine club van je vergt. Er komt als algemeen directeur veel op je af. Dat heb ik misschien wel onderschat. Ik sportte eerst vaak, maar nu heb ik daar minder tijd voor. De weekenden met mijn gezin zijn heilig. Bovendien zijn we weer in Nederland beland, na een tijd in het buitenland te hebben gewoond. Je moet dan als het ware weer ‘integreren’: buren leren kennen, een nieuwe vriendenclub bouwen, oude vriendschappen weer oppakken. Maar ik offer mezelf graag op en zie dit als een fase. Ik ga ervan uit dat ik weer een goede modus vind.
Wat doe jij als je een moment voor jezelf hebt?
Ik lees graag en ik zit sinds kort in een zaagclub. We noemen onszelf de ‘Stihl-club’ en zagen bomen om. Gewoon bij vrienden of bekenden uit de buurt, die een boom uit hun tuin willen verwijderen, zonder garanties, trouwens… Even lekker buffelen en lawaai maken. Dat vind ik heerlijk.

